Eerdere SONT-besluiten
Nadat in de jaren 2007 tot en met 2012 de tarieven voor de thuiskopievergoeding door de Minister van Justitie middels opeenvolgende AMvB’s bevroren zijn geweest, is met ingang van 1 januari 2013 een nieuwe regeling in werking getreden, gebaseerd op het Besluit op Hoofdlijnen van de SONT van 12 oktober 2012 voor een periode van 3 jaar:
Besluit van 23 oktober 2012, houdende aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, geldig tot 1 januari 2014
Een belangrijke verandering ten opzichte van het oude stelsel was dat behalve blanco informatiedragers ook nieuwe voorwerpen zijn aangewezen die in hoofdzaak worden gebruikt voor het maken van privékopieën.
Met ingang van 1 januari 2014 is in werking getreden het
Besluit van 15 oktober 2013, houdende wijziging van het Besluit van 23 oktober 2012 tot aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet
.
Van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2017 was van kracht het
Besluit van 28 oktober 2014, houdende wijziging van het Besluit van 23 oktober 2012 tot aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet
.
Van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 geldt het
Besluit SONT tarieven en voorwerpen thuiskopievergoeding 2018 – 30 augustus 2017
Het
Besluit SONT tarieven en voorwerpen thuiskopievergoeding 2021–2023
zou gelden van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023. Eind 2022 is echter naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak een
nieuw besluit
genomen dat per 1 januari 2023 ingaat en geldt tot en met 31 december 2024.